STAP 6
Navigeer met kaart en kompas
Met alle technieken die je in de vorige stappen leerde kan je nu een route navigeren.
Teken een route op de kaart
Eerst teken je een route op de kaart, zoals je dat eerder in deze cursus leerde: teken met de sjablonen op je kompas een driehoek rond de start-en eindpunten, teken cirkels rond de tussenliggende routepunten. Nummer de routepunten en verbindt ze met een rechte lijn.
Maak je eerste route niet te lang. Het is niet de bedoeling om een grote afstand af te leggen, wel om de kaart zo nauwkeurig als mogelijk te leren lezen. De eerste keer neemt dat nogal wat tijd. Je zal sommige symbolen in de legende moeten opzoeken, je bent nog wat onwennig met het kompas. Misschien loop je wel even fout, en dan moet je op je stappen terugkeren. Dat is allemaal niet erg als je route niet te lang is en je voldoende tijd hebt voorzien. Maak je routes pas langer als het kaartlezen voldoende vlot gaat.
Navigeren, stap voor stap
Ga naar het startpunt
Begeef je naar het startpunt van de wandeling. Controleer voor je start of je wel degelijk op de juiste plaats staat. De meeste fouten bij het kaartlezen gebeuren immers bij het vertrekken: je vertrekt op een verkeerd punt of je gaat spontaan de verkeerde richting uit.
Oriënteer je kaart met je kompas zoals je dat in deze cursus geleerd hebt. Controleer je positie met minstens drie herkenbare elementen op het terrein en op de kaart (bijvoorbeeld een kerktoren, een kappelletje, een bosrand, een bomenrij, een hoogspanningsleiding, een weide, een kruispunt, …). Deze elementen moeten zowel op het terrein als op de kaart in dezelfde richting liggen, want je hebt je kaart goed georiënteerd.
Navigeer naar het volgende routepunt
Nu je er heel zeker van bent dat je je op het startpunt bevindt, kan je navigeren naar het volgende routepunt.
Kijk op de kaart in welke richting je moet vertrekken en welk soort pad je moet volgen. Zoek dit pad op het terrein en check de richting waarin het pad loopt.
Kijk ook na op de kaart welke herkenningspunten je onderweg zou moet tegenkomen (bijvoorbeeld eerst een weide, dan een klein stukje bos, twee huizen aan je rechterkant, …). Een maal onderweg zal je deze punten één voor één ontmoeten, zo weet je voortdurend dat je het juiste traject volgt.
Bekijk op de kaart hoe je het routepunt waar je naartoe navigeert kunt herkennen (bijvoorbeeld een kruising met een beek waar een smal pad naar rechts vertrekt). Zo zal je onderweg weten wanneer je het punt waarheen je navigeert bereikt hebt.
Bepaal de afstand tot aan het routepunt waar je naartoe navigeert. Je zou je stappen kunnen tellen om een idee te hebben of je die afstand overbrugd hebt, maar allicht geraak je snel de tel kwijt. Makkelijker is om de tijd op de nemen. Als je ongeveer 5 kilometer per uur stapt, dan heb je 12 minuten nodig om één kilometer af te leggen. Op moeilijk terrein stap je een stuk trager, je hebt dan 20 minuten nodig om één kilometer af te leggen.
Hou tijdens het stappen de kaart voortdurend correct georiënteerd, zodat je observaties op het terrein steeds makkelijk te vergelijken zijn met de kaart.
Je zal hierdoor de kaart voortdurend meedraaien in de richting waarin je loopt.
Hou je duim voortdurend op de plaats op de kaart waar je je bevindt en schuif je duim op naarmate je vordert. Zo weet je steeds precies waar je bent.
In dit voorbeeld bevinden we ons tussen routepunt 9 en 10, we lopen op een weg met losse verharding in de richting van de rivier.
Herhaal deze stappen, routepunt per routepunt
Vanaf nu herhaal je steeds weer dezelfde stappen.
- Check of je op het juiste routepunt staat (zoek minstens drie duidelijk herkenbare punten).
- Bepaal welke weg je moet nemen naar het volgende routepunt (soort weg en richting).
- Ga na welke herkenningspunten je onderweg zal ontmoeten.
- Kijk na hoe je het routepunt waarheen je navigeert kunt herkennen.
Je blijft dit doen, routepunt per routepunt, tot je het eindpunt bereikt hebt.
En als het fout gaat
Als je het terrein niet meer overeenkomt met de herkenningspunten die je zou moeten ontmoeten, dan ben je allicht verkeerd gelopen. Je kan nog even verdergaan. Misschien is de kaart wat war verouderd en klopt ze niet meer helemaal met het terrein. Maar ga zeker niet te ver, want je zal de afstand die je verkeerd loopt ook nog eens moeten terug wandelen.
Probeer zeker niet om een kortere weg te nemen om zo terug op je route te komen. De kans dat je steeds meer verkeerd loopt is heel groot.
Wat je moet doen is gewoon op je stappen terugkeren, tot aan het punt waar je wel nog zeker was van je positie. Daar kijk je nog eens goed na waar je heen moest. Allicht zal je navigatiefout al snel duidelijk worden.
Slaag je er écht niet in om je positie te bepalen, dan kan je even spieken. Haal je gsm te boven en kijk even op een wandel-app waar je je bevindt. Je kan hiervoor elke navigatie-app gebruiken, ook de meest eenvoudige app zal je positie tonen. Zelfs Google maps volstaat om je positie te tonen. Heb je geen bereik, dan is het mogelijk dat je gsm de digitale kaart niet downloaden. In zo’n situatie is het handig als je een eenvoudige gps met voorgeladen kaart hebt als back-up.
Heb je eenmaal terug je positie gevonden, dan kan je terug verder met de papieren kaart navigeren.
Een voorbeeld
We nemen als voorbeeld een korte wandelroute in het natuurdomein De Bourgoyen bij Gent.
Stel dat we op routepunt 9 staan en naar routepunt 10 willen navigeren.
- Check of je op het juiste routepunt staat (zoek minstens drie duidelijk herkenbare punten).
We staan op een loopbrug over het riviertje ‘Loopgracht’. Voor ons is er een strook loofbos, achter ons is er een moeras. Links van ons zien we de hoofdweg R4 die zich bovenop een talud bevindt, waarachter er een grote rivier loopt. Als we al deze herkenningspunten zowel op de kaart als op het terrein terugvinden, dan zijn we er zeker van dat we ons op routepunt 9 bevinden.
- Bepaal welke weg je moet nemen naar het volgende routepunt (soort weg en richting).
We volgen eerst een pad dat daarna overgaat in bredere weg met losse verharding. Het traject vertrekt in noordelijke richting, buigt dan af naar het westen en daarna naar het noord-westen.
- Ga na welke herkenningspunten je onderweg zal ontmoeten.
Na de brug lopen we eerst doorheen een smalle strook loofbos. Daarna buigen we linksaf, op de scheiding tussen het loofbos en een naaldbos. Het punt waar het pad overgaat in een bredere weg met losse verharding moet duidelijk herkenbaar zijn. We steken een beekje over, de Rietgracht. De weg met losse verharding buigt af naar het noordwesten en loopt daar langs het talud van de grote R4 weg, met aan de rechterkant een moeras.
- Kijk na hoe je het routepunt waarheen je navigeert kunt herkennen.
We hebben het volgende routepunt bereikt als de weg met losse verharding afbuigt naar rechts, waar iets verder aan de rechterkant een loofbosje ligt. Deze weg draait dan weg van de R4 en er is links een moeras. De afstand tussen beide routepunten bedraagt 500 meter, dat is ongeveer 5 minuten wandelen.
Een wandeling doorheen het natuurreservaat De Bourgoyen in Gent (TOPO 25 kaart).