De Kalmthoutse Heide bevindt zich op de grens met Nederland helemaal in het noorden van de provincie Antwerpen. Het natuurpark is een van de grootste natuurgebieden in Vlaanderen. Maar er is meer: het gebied loopt verder tot in Nederland en vormt hiermee een aaneengesloten wandelgebied (het grenspark De Zoom – Kalmthoutse Heide) van 60 km2.
Het natuurgebied bestaat uit een uniek heidelandschap met vennen en duinen, omzoomd door bossen. Je waant je hier in een verafgelegen stuk natuur en helemaal niet in het drukke Vlaanderen.
Landduinen
Je weet dat je de landduinen bereikt hebt als je door het mulle zand stapt. Zand en duinen vind je niet alleen aan zee. Maar waar komen die landduinen van de Kalmthoutse heide vandaan?
Tijdens de ijstijden (70.000 – 15.000 jaar geleden) was de noordelijke poolkap behoorlijk groter dan vandaag. De Noordzee en de Schelde stonden droog: al het water zat gevangen in die ijskap. Er waaide voortdurend een koude wind die uit de droge beddingen zand aanvoerde en zo het noorden van België met een deken van zand bedekte.
Dat zand waaide op tot duinen. Sommige duinen zijn nog steeds actieve stuifduinen die tot 25 hoog kunnen zijn. Andere duinen zijn bedekt en gestabiliseerd door de vegetatie. Op deze arme gronden groeide er eerst heide, daarna namen de grassen het over en tenslotte werd het landschap bedekt met naaldbossen.
Door boskap en begrazing heeft de mens deze evolutie gestopt, en ontstonden er opnieuw actieve duinen en heidelandschappen. Het landschap dat je nu ziet lijkt inderdaad precies op dat oeroude landschap, maar het zijn menselijke activiteiten die de natuurlijke evolutie terugdraaiden. Natuurbeheer heeft nu de taak overgenomen om dat oorspronkelijke landschap in stand te houden.
Droge en natte heide
Veel uitgestrekter dan de landduinen is de heide: je kan overheen de lage begroeiing eindeloos ver kijken. Er zijn twee soorten heide: natte en droge heide.
Op de drogere stukken is het zand begroeid met struikheide. In de winter is dit landschap guur en grijs, maar vanaf volle zomer (augustus tot september) kleurt deze struikheide de Kalmthoutse heide prachtig paars.
De lager gelegen natte stukken zijn begroeid met dopheide die reeds vanaf de vroege zomer (juni tot juli) bloeit als trosjes roze bloemetjes. Het pijpenstrootje is een grassoort die je overal tussen de heide aantreft.
De schapen en Galloway runderen die je ziet zijn door natuurbeheer uitgezet om door begrazing het oorspronkelijke heide landschap te bewaren en de natuurlijke evolutie naar grasland en bossen tegen te gaan.
Bossen
Aan de rand van de heide wandel je door bossen. Deze bossen komen vooral voor aan de Nederlandse kant. Het zijn meestal naaldbossen die door de mens in de negentiende eeuw aangeplant werden als brandhout voor de industrie of als stutbalken voor de mijnen. Er werden exotische soorten naaldhout gepland die snel groeiden en goed bruikbaar waren voor de industrie. Alleen de grove den is een soort die endemisch is, deze boom is ruim verspreid op zandgronden in Europa.
Vennen
De meertjes die je ziet zijn vennen. Het zijn grote, ondiepe plassen die niet door een riviertje maar door regenwater gevuld worden. Door het uitwaaien van zand ontstonden er ondiepe kommen in de grote zandvlakten. Hierin kwam water te staan dat vastgehouden werd door ingespoelde klei of door een ondoordringbare laag veen. Veen ontstaat uit afgestorven vegetatie die naar de bodem van zo’n meertje zinkt. Dit veen werd door de mens als turf ontgonnen als brandstof.