Op moeilijk terrein stappen

Gebruik je handen om een kleine rotswand in de Alpen te traverseren

Hoe moeilijk is een wandeling?

Een goed gebaand pad maakt wandelen gemakkelijk. Maar er is niet altijd een pad, en ook paden kunnen verraderlijk moeilijk zijn. In dit artikel lees je hoe je veilig een steile helling neemt, hoe je met wandelstokken stapt en hoe je moeilijk terrein overwint.

Zo beklim je een steile helling

Neem rustig je tijd en loop nooit zo snel dat je buiten adem geraakt. Te snel stappen is niet alleen veel lastiger, je zal ook voortdurend moeten stoppen om uit te hijgen. Uiteindelijk kom je dan niet sneller boven en je hebt onnodig veel energie verspild.

Voor je begint te klimmen

  • Maak je wandelstokken korter zodat je ze voor je uit, hoger op de helling kunt plaatsen.
  • Voor een stevige grip op je stokken steek je je handen van onderaan door de lussen en pak je daarna de handvatten vast.

Klimmen

  • Plaats je verkorte wandelstokken voor je uit, hoger op de helling. Steun op je stokken en gebruik ook je armen om je lichaam de helling op te duwen.
  • je voeten plat op de grond zodat het wrijvingsoppervlak van je schoenzolen maximaal is. Dit is vooral belangrijk bij regenweer als je op gladde rotsen stapt.
  • Leun licht voorover zodat je zwaartepunt precies boven je schoenen ligt. Dit geeft een maximale verticale druk op je schoenzolen. Leun nooit naar achteren.
  • Neem kleine stappen voor meer controle over je bewegingen en ook omdat het minder inspanning kost om met klein hoogteverschillen te klimmen.
Klimmen

Zo daal je een steile helling af

Afdalen gaat sneller dan klimmen, maar doe het toch rustig aan. Te snel afdalen is niet alleen vermoeiend voor de spieren, het is ook pijnlijker voor voeten en gewrichten omdat je dan hardere schokken doorstaat.

Voor je begint te dalen

  • Trek je veters goed aan zodat je voeten niet in je schoenen naar voren schuiven. Zo vermijd je blauwe of uitvallende teennagels. Zorg ervoor dat je nagels kortgeknipt zijn.
  • Trek de riemen van je rugzak goed aan zodat hij dicht tegen je lichaam aanleunt. 
  • Maak je wandelstokken langer zodat je ze lager op de helling voor je uit kunt plaatsen.
  • Steek je handen bij moeilijke afdalingen nooit in de lussen van je wandelstokken, anders kunnen ze bij een val je benen breken. Ze moeten bij een val hun eigen weg kunnen volgen.

Dalen

  • Plaats je wandelstokken voor je uit, lager op de helling. Zet ze breed genoeg zodat je er met je voeten niet in verstrikt kunt raken. 
  • Zet je voeten plat op de grond zodat het wrijvingsoppervlak van je schoenzolen maximaal is.
  • Leun licht voorover zodat je zwaartepunt precies boven je schoenen ligt. Dit geeft een maximale verticale druk op je schoenzolen. Leun nooit naar achteren.
  • Buig je knieën en zak bij elke stap verend door je knieën. Zo vang je de schokken van het afdalen met je spieren op en niet met je kniegewrichten.
  • Neem kleine stappen voor meer controle over je bewegingen en om makkelijker schokken op te vangen.
  • Steun op je stokken als je een afstapje maakt om je gewrichten minder zwaar te belasten.
Dalen

Zo traverseer je een steile helling

Traverseren betekent dat je een helling op gelijke hoogte oversteekt, zonder dat je de helling beklimt of afdaalt. De kans op uitglijden is bij het traverseren groter dan bij het klimmen of afdalen.

Voor je begint aan een traverse

  • Trek de riemen van je rugzak goed aan zodat hij dicht tegen je lichaam aanleunt.
  • Maakt één wandelstok kort en één lang zodat je er een hoger en een lager op de helling kunt plaatsen.
  • Zoals bij een afdaling steek je je handen bij een moeilijke traverse nooit in de lussen van je wandelstokken.

Houding bij het traverseren

  • Plaats één wandelstok hoger op de helling en één lager op de helling.
  • Zet je hoogste voet plat op de grond en richt je laagste voet naar beneden zodat het wrijvingsoppervlak van je schoenzolen zo groot mogelijk is.
  • Loop mooi rechtop zodat je zwaartepunt precies boven je schoenen ligt. Buig nooit naar de helling toe want dan ga je schuiven.
  • Buig zo nodig de knie van het hoogste been voor een beter evenwicht. Neem kleine stappen voor meer controle over je bewegingen. 
Traverseren
Traverseren

Een puinhelling traverseren in de Alpen.

Zo loop je op moeilijk terrein

Wandelpaden

  • Volg zoveel mogelijk goede paden en snij geen bochten af. Dat loopt niet alleen moeilijker, het veroorzaakt ook  erosie en slijt onnodig nieuwe paden uit.

Blokkenveld

  • In een blokkenveld stap je steeds op de grootste blokken. Grote blokken bieden meer steun en ze liggen stabieler dan kleine blokken die makkelijker kunnen kantelen.
  • Plaats je voet plat op een blok voor meer evenwicht en wrijving.
  • Hou een rustige snelheid voor meer evenwicht en dans in één vloeiende beweging van blok naar blok.

Grashellingen

  • Loop zo weinig mogelijk op nat gras, dat is spekglad.
  • Stap tussen graspollen op stukjes vlakke grond, plaats je voeten op kleine rotsen of stap op steengruis.
  • Gebruik je wandelstokken voor meer evenwicht.

Sneeuwhellingen

  • Om een sneeuwhelling te beklimmen kan je in de voetstappen van je voorgangers stappen, dat loopt gemakkelijk. 
  • Zijn er geen sporen in de sneeuw, dan baan je je eigen route en je klimt zigzaggend naar boven om de helling minder steil te maken.
  • Is de helling hiervoor te steil, schop dan de neus van je schoenen in de sneeuw en gebruik je verkorte stokken als ijsbijlen.
  • Bij het afdalen schop je de hakken van je schoenen diep in de sneeuw, mogelijk kan je ook stukjes glijden.

Puinhellingen

  • Puinhellingen overwin je op dezelfde manier als sneeuwhellingen.
  • Zijn de blokken vrij groot, vermijdt dan dat rollende stenen je wandelpartners treffen. 
  • Loop hiervoor voldoende ver uit elkaar zodat je nooit onder een andere wandelaar loopt. 
  • Of loop heel dicht bij elkaar zodat stenen geen snelheid kunnen maken voor ze iemand treffen. 
Rotswanden
 
  • Bij steile rotswanden moet je je handen gebruiken om omhoog te klimmen. 
  • Steek je wandelstokken weg zodat je je handen vrij hebt.
  • Klim met je gezicht naar de rots toe en zoek richels voor handen en voeten.
  • Hou voldoende afstand van de rots zodat je de richels goed kan zien.
  • Afklimmen doe je zijwaarts zodat je ziet waar je naartoe klimt. 
  • Is een afklim erg steil, draai dan ook met je gezicht naar de rots toe zoals bij het opklimmen.
Staalkabels
 
  • Bij passages met staalkabels draag je handschoenen om je handen te beschermen tegen de kou.
  • Schuif je handen nooit over de kabel. Er kunnen losse staaldraadjes zijn die in je handen snijden.
  • Steek je wandelstokken weg zodat je je handen vrij hebt.
  • Kabels kunnen loskomen: belast de kabel even voor je er op vertrouwt.
  • Hou voldoende afstand tot je klimpartners zodat je een ankerpunt niet met twee personen belast.
Blokken
Gras
Sneeuw
Kabel

Blokkenveld, grashelling, sneeuwveld en staalkabels.

Vragen & Aanvullingen

Niet gevonden wat je zocht?  Stel hier je vraag!

Niet gevonden wat je zocht?

Stel hier je vraag!