Wandeldagboek Italiaanse Dolomieten
Dit dagboek gaat over bergwandelen in de Alpen: het beschrijft een huttentocht in de Italiaanse Dolomieten. Deze huttentocht is een gemiddeld moeilijke bergtocht. Voor wie houdt van Via Ferrata: er zijn maar liefst 5 etappes waar je een variant op de route met Via Ferrata kunt doen. Achteraan het artikel vind je een verwijzing naar een volledig dossier, zodat je deze tocht zelf kunt maken.
Klausen, Chiusa ?
We hebben afgesproken in een hotel in Klausen, niet ver van Bolzano. Het is een beetje verwarrend : Klausen is Chiusa, Bolzano is Bozen. Hier in Zuid-Tirol hebben alle steden een dubbele Duits-Italiaanse naam. Dat is een erfenis uit de eerste wereldoorlog toen de regio overging van Oostenrijkse in Italiaanse handen. De streek combineert nu de schilderachtigheid van de Oostenrijkse Alpen met een uitstekende Italiaanse keuken.
Het was een lange en warme autorit. Gelukkig heeft ons hotel een klein openluchtzwembad. Terwijl wij afkoelen druppelen de tochtgenoten binnen. Vier hebben er al een korte bergvakantie opzitten in Oostenrijk, drie hebben duizend kilometer met de auto gereden en de drie slimsten zijn heel handig met de trein gekomen. Die doet er niet langer over dan de auto.
We maken meteen onze rugzakken klaar en verplaatsen de auto’s naar een langetermijnparking. Zo zijn we er helemaal klaar voor om morgenvroeg te vertrekken, we kunnen in alle rust aanschuiven voor een uitgebreid diner. Dat nemen we allemaal samen aan een lange tafel op het terras. We toasten op het weerzien, op het zalige vooruitzicht van onze huttentocht, op de Dolomieten, op de warme zomeravond en op alles wat goed en mooi is.
Dag 1 : Rifugio Genova (Schlütter Hütte) - 2306 m
Na een uitgebreid ontbijtbuffet brengt de bus ons diep in de Dolomieten tot aan de eindhalte in Zanser alm, op een hoogte van 1680 m. Er vertrekt hier een mooi pad dat zijn weg zoekt doorheen frisse bossen en groene alpenweiden. We nemen een pauze in de laatste weide en vinden er Gentiaan, Campanula, Monnikskap en zelfs Edelweiss. Eenmaal voorbij de boomgrens wordt het terrein kaal en rotsig, maar het uitzicht wordt steeds mooier. Hier splitst het pad. Een groep volgt het pad verder in de vallei, de anderen klimmen verder naar de rotskam waar onze eerste Via Ferrata wacht.
Via Ferrata
Via Ferrata’s zijn ‘ijzeren wegen’ . Ze werden tijdens de eerste wereldoorlog aangelegd om Italiaanse soldaten op een veilige manier naar hooggelegen verdedigingsposten te brengen. Het zijn paden en klimroutes die beveiligd zijn met staalkabels en voorzien van ijzeren treden en ladders. Vandaag zijn ze helemaal opnieuw aangelegd om ze geschikt te maken voor bergwandelaars. Je draagt een klimgordel met een speciale leeflijn die een val op de kabel kan opvangen. Zo kan je ook met beperkte klimvaardigdheden de meest waanzinnige bergpassages nemen. Onze eerste Via Ferrata is een makkelijke A/B, prima om in te lopen. We maken nog een kleine omweg naar Tullen top op 2655 m en volgen dan een lang traject op de rotskam. Het is al laat als we de Rifugio Genova bereiken. Blijkt dat we 1250 hoogtemeters in de benen hebben, dat is een stevige eerste stapdag. De groep die de dalweg volgde zit al in een chaise longue op het terras van een Apérol Spritz te genieten. We kijken al uit naar het diner, want vanavond eten we Italiaans: spaghetti met olijfolie, mozzarella en tomaat.
Dag 2 : Rifugio Puez (Puez Hütte) - 2475 m
Na de lange tocht van gisteren staat er vandaag gelukkig een korter traject op het programma. Er is opnieuw een makkelijke Via Ferrata die je ook zonder materiaal kan nemen, hij maakt het traject zelfs een stukje korter. We maken een kleine omweg via de Piz Duleda, een top van 2909 m met een fantastisch 360-graden zicht op de Dolomieten. Als we in de Rifugio Puez aankomen kunnen we onze ogen niet geloven.
Een berghut als kermisattractie
De alm voor de hut lijkt wel een festivalweide. Grote Italiaanse families liggen in het gras te zonnen terwijl er overal joelende kinderen en blaffende honden rondrennen. Maar om vier uur is het tijd voor de terugtocht. De dagjesmensen verdwijnen naar het dal en de rust keer terug. Een wit en een zwart konijn komen voorzichtig tevoorschijn, een paar geitjes gaan op zoek naar het eetbaars dat de bezoekers hebben achtergelaten. De huttenbaas heeft ons een kamer met twaalf slaapplaatsen toegewezen. De stapelbedden zijn er drie verdiepingen hoog, je kan een nachtelijke val in de diepte hier best vermijden. De bovenslapers overwegen nog even om zich met hun Via Ferrata set vast te klikken.
Dag 3 : Rifugio F. Cavazza al Pisciadú (Pisciadú Hütte) - 2585 m
Na een karig ontbijt bedanken we voor het minuscule broodje dat het lunchpakket moet voorstellen. Deze hut mikt blijkbaar toch vooral op de vele dagstappers waarmee ze elke dag overspoeld worden. Tijdens de lange afdaling naar het dal tellen we zeker tweehonderd wandelaars die op weg zijn naar de hut. Ook beneden in het skioord is het een drukte van jewelste. We nemen een grote tafel op het terras van skicafé Jimmy’s. Het etablissement is een beetje snob, maar ze hebben er heerlijke Italiaanse gerechten. Na de lunch nemen we afscheid van al die drukte en klimmen uit het dal naar de Rifugio F. Cavazza al Pisciadú.
Op weg naar een kuip Prosecco
Een groep gaat direct naar de hut, de anderen verlaten het pad en nemen de Via Ferrata Brigata Tridentina, één van de mooiste van de Dolomieten. Het is een loodrechte wand van 400 m, moeilijkheidsgraad B/C. Het hele traject is prima gezekerd en voorzien van ladders, met als kers op de taart een heuse hangbrug die je tot vlak onder de hut brengt. Na de drukte in het dal is de Pisciadu hut een echte verademing. We bestellen een glas Prosecco op het terras en krijgen geen klein glaasje maar een tot de rand gevulde reuzenkuip. Op het einde van de dag is het er gezellig babbelen in het zachte avondlicht. Binnen heeft de huttenbaas voor ons een lange tafel voorzien. De bediening is hartelijk, het eten is lekker en de wijn komt in even grote porties als de Prosecco.
Dag 4 : Rifugio Vicenza al Sassolungo (Langkofel Hütte) - 2256 m
Deze keer geen karig ontbijt maar belegde broodjes met een appel en een reep chocolade. We zullen ze nodig hebben, want het wordt vandaag een lange dag. We starten met een korte klim door rotsig terrein naar de Sela de Pisciadú (2908 m) waar een houten Christusbeeld over het dal kijkt. Daarna volgt een hele lange afdaling tot een riviertje dat zich een weg baant doorheen witte kalksteen. Aan een watervalletje gaan onze schoenen uit, tijd om de voeten even af te koelen. De rotsen maken plaats voor bossen en alpenweiden. Het pad loopt langs een dalwand waaraan geen einde lijkt te komen. We blijven de kilometers aaneenrijgen langs dat ongemakkelijke pad dat voortdurend op en af gaat. Nooit gedacht dat we ooit blij zouden zijn om een wandelpad in te inruilen voor een drukke asfaltweg. Die brengt ons naar de drukke Passo Sella bergpas en verder naar een skioord. Voor het vieruurtje gaan we Oostenrijks: Kaiserschmarrn met koffie. Dat zijn gekaramelliseerde pannenkoeken met rum die in ruwe stukken worden gesneden. Ze worden geserveerd met Preiselbeeren, rozijnen en poedersuiker.
De Korblift naar de Langkofelscharte
Na dit festijn is het al een beetje laat geworden en we besluiten om de lift naar boven te nemen. De oude Korblift naar de Langkofelscharte heeft een reputatie. Je staat rechtop in een soort doodskist met raampjes die supersteil de wand opklimt. Maar dat is nog niet alles: deze lift heeft geen vertragingsmechanisme. Bij de start staan twee sterke mannen klaar. Ze grijpen je vast, lopen met het bakje mee en gooien je erin. En alsof dat nog niet genoeg was: ze nemen een tweede passagier en gooien die erbij. Daarna gaat de kist op slot en je gaat platgedrukt omhoog. Eenmaal boven staan er opnieuw twee kerels klaar die je al lopend uit de lift sleuren. Ik krijg een resem verwensingen naar het hoofd geslingerd als ik er per ongeluk eentje raak met mijn wandelstokken. Maar de korte afdaling naar de hut is prachtig: het pad slingert tussen rotsig terrein, een eindeloze puinhelling loopt tot diep in de vallei. De frisgroene weiden in het dal contrasteren scherp met de grijze rotsmassa boven. De Rifugio Vicenza is klein en heel traditioneel uit natuursteen opgebouwd. We zijn telkens weer verbaasd over de diversiteit van al die berghutten.
Dag 5 : Rifugio Antermoia (Antermoia Hütte) - 2496 m
Vandaag splitst de groep zich meteen vanaf de start. De Via Ferrata Oskar-Schuster-Steig begint bovenaan een puinhelling hoog boven de hut. Na een sneeuwveldje volgt er een eerste klim van 80 m. Dit stuk is steil en ongezekerd, dat is dus goed opletten, maar niet zo moeilijk dat we ons veiligheidstouw moeten bovenhalen. Daarna begint de staalkabel die je 400 m recht omhoog voert. We klimmen gestaag in een woest rotslandschap met eindeloze vergezichten. Wolken drijven als mist onder ons voorbij. Ook de laatste tachtig meters zijn ongezekerd, ze voeren ons naar de top van de Sasso Platto / Plattkofel (2958 m).
Boven in Tibet
We worden er verwelkomd door een hond die met zijn baasje het makkelijke pad aan de andere zijde van de berg heeft gevolgd. Er staat een groot ijzeren kruis dat versierd is met kleurige Tibetaanse lung-ta gebedsvlaggetjes. Elke kleur heeft zijn betekenis: de hemel, de wind, het vuur, het water en de aarde. We tekenen het logboek dat we in een ijzeren kastje vinden en nemen een paar foto’s. Dan volgt er een lange en pijnlijke afdaling tot aan de rifugio Sasso Platto. We gaan voor het Oostenrijkse menu en kiezen voor een stevige pan met eieren, spek en gebakken aardappelen. Hierbij hoort een alcoholvrij Weissenbier. Er volgt een heerlijke wandeling langs mooie alpenweiden met koeien die lui liggen zonnen. Tijdens de finale klim naar de rifugio Antermoia (2497 m) voelen we onze beentjes. Met de Tibetaanse mantra Om Mani Padme Hum geven we onszelf en bij uitbreiding de hele wereld compassie en verlichting.
Dag 6 : Rifugio Bolzano (Schiernhaus) 2457 m
Voor het riante ontbijt krijgen we een lange tafel toegewezen in een gloednieuwe vleugel die aan de traditionele hut is toegevoegd. Deze moderne architectuur uit staal en glas biedt een onbeperkt zicht over de omringende bergen. Dit spectaculaire zicht zet zich meteen voort als we op weg gaan en voorbij een gletsjermeer stappen. Het is een perfecte spiegel waarin we het landschap en de voorbijdrijvende wolken bewonderen. We zien de voorhoede van onze groep als een rij koplopers in het water. De afdaling naar de rifugio Passo Principe is kort maar bruut. Het terrein is rotsig met veel los puin. Op één plaats is het pad door een bergstorting weggespoeld. Als we de hut bereiken begint het hard te regenen. We bestellen een warme choco met slagroom voor we opnieuw op weg gaan.
Een spookkasteel
Het pad voor ons lijkt onmogelijk: het zoekt zich een weg op een loodrechte puinhelling tussen twee rotspieken. We zwoegen ons in de gietende regen omhoog. En opnieuw toont het pad zijn kwaliteiten: de klim gaat veel makkelijker dan verwacht. Eén stukje is zelfs geplaveid als een Romeinse heirbaan: ‘overduidelijk Italiaans’. Het blijft de hele dag wisselvallig en we vermijden de geplande Via Ferrata. Regenbuien en een vaag onweer blijven om ons heen cirkelen. Dan zien we de reusachtige rifugio Bolzano uit de wolken opdoemen. Met zijn torens en kantelen lijkt ze meer op een versterkte burcht dan op een berghut. In dit noodweer lijkt ze verdacht veel op het kasteel van Frankenstein. Maar binnen is reuzegezellig. Er is een indrukwekkende eetzaal met een houten vloer, antieke lampen, een staande klok en een tegelkachel. Met dit weer drinken we geen frisdranken meer, we kiezen het ruime assortiment aan schnaps.
Dag 7 : Afdalen
Het weer klaart uit, de lucht is helder en wij stappen naar beneden. Een taxibusje brengt ons voor een prikje terug naar onze parkeerplaats. We gaan nog een laatste keer samen eten voor iedereen terug zijn weg gaat. Het wordt een échte romeinse Pizza op een terras in Chiusa. Met een krokant gebakken, flinterdunne korst en streekproducten. En uiteraard zonder ananas.
Tochtgenoten : Joris, Bram, Nele, Piet, Hans, Brecht, Tine, Manuela, Hilde, Christophe
Met héél veel dank aan Nele Jannes voor de tochtvoorbereiding.
Foto’s: Christophe, Tine & Brecht