Heb je een beperkt budget, dan kan je voor een zelfopblazende mat kiezen. Anders kies je best voor een luchtmat.
Luchtmatten zijn altijd minstens 6 centimeter dik, dat is voldoende dik om comfortabel te slapen.
Een grote rechthoekige slaapmat heeft als voordeel dat je met twee matten de volledige bodem van je tent kan bedekken. Dat is aangenaam in de winter, maar het maakt de mat wel zwaarder dan nodig. Daarom kiezen de meeste wandelaars voor een slaapmat in mummievorm.
Je moet er wel op letten dat je een mat met de juiste isolatiewaarde koopt. Deze wordt uitgedrukt door de R-waarde. De R staat voor ‘Resistance’, de weerstand die de mat biedt tegen warmtegeleiding, gemeten volgens een ASTM (American Society for Testing and Materials) standaard. Een 3-seizoensmat heeft een R-waarde van 3 of 4. Een wintermat heeft een R-waarde van 5 en hoger. Superlichtgewicht matten met een R-waarde 2 kan je alleen bij warme temperaturen in de zomer gebruiken.
Als je een matje koopt, ga er dan even op liggen. Zo weet je zeker dat het matje voor jouw lichaamslengte voldoende lang is. Je kan dan meteen ook testen op welk matje je het beste ligt: een mat met luchtkamers in de lengte, luchtkamers in de breedte of luchtkamers met een wafelpatroon. En kijk ook na of de mat niet te groot is voor je tentje.