Lederen schoenen gaan langer mee en ze zijn onverwoestbaar in ruw en rotsig terrein. Maar een volledig lederen schoen valt nogal zwaar uit en stappen met zware schoenen is extra vermoeiend. Daarom kiezen de meeste producenten voor een mix tussen leer en kunststof en ze brengen het leder alléén aan op de plaatsen die meer voor slijtage vatbaar zijn.
Een middelhoge enkelschacht (MID) beschermt je enkels. Dat is belangrijk als je zwakke enkels hebt en op heel oneffen terrein stapt waar je makkelijker je voet omslaat. Een hoge schacht houdt je ook droger in een diepe plas of in winterse sneeuw.
Een minder stijve zool plooit makkelijk (je kan ze plooien én torsen) zodat je je voet makkelijker kan afrollen. Een stijvere zool biedt minder comfort maar ze beschermt beter tegen een ruwe onder grond en ze maakt het mogelijk om stijgijzers onder je schoenen te bevestigen. Producenten van kwaliteitsschoenen kiezen vaak voor de alombekende zolen van het merk Vibram.
Schoenen zijn waterdicht en toch ademend dankzij een membraan. Dat is een aparte laag die vocht in één richting doorlaat en waterdicht is in de andere richting. Zo’n membraan werkt het best als de binnentemperatuur hoger (warme voeten) en vochtiger (zweterige voeten) is dan de omgeving buiten. Producenten van kwaliteitsschoenen kiezen vaak voor het alombekende membraan van het merk Gore-Tex (GTX).