Magnetische declinatie

Het noorden kwijt ?

Als je met een kaart navigeert, dan zal je voortdurend je observaties op het terrein vergelijken met de elementen die je op de kaart ziet. Dat gaat makkelijker als de kaart gelijk met het terrein georiënteerd is, dan zoek je de kaartelementen in de juiste richting. 

Hiervoor moet je de kaart naar het noorden oriënteren. Je maakt hiervoor gebruik van een kompas. Maar een kompas wijst naar het magnetische noorden, niet naar het kaartnoorden. En wat is het verschil tussen het kaartnoorden en het geografische noorden?

In België hebben we geluk : je kan gerust stellen dat het geografische noorden, het kaartnoorden en het magnetische noorden zo goed als samenvallen. Je hoeft er als wandelaar geen rekening mee te houden om je kaart voldoende correct oriënteren.  

Maar het is niet overal ter wereld zo gemakkelijk. 

De Belgische topografische kaart

De Belgische topografische kaart geeft de verschillende noordrichtingen aan : het geografische noorden (ster), het magnetische noorden (pijl), het kaartnoorden (Y Lambert) en het gridnoorden (Y UTM). 

De hoeken van het schema zijn niet op ware grootte getekend, de tekst geeft aan hoe je het schema moet interpreteren.

Noordpijlen op de Belgische topografische kaart Kontich 15/7-8

Het geografische noorden

Het geografische noorden is bij conventie een punt in de Noordelijke IJszee waar de aardas de aardbol snijdt. Dit noorden wordt ook wel het ‘echte‘ noorden genoemd.

Als je met je vinger naar het geografische noorden wijst, dan wijs je naar dat éne punt.

Het kaartnoorden

Voor zo goed als alle kaarten valt het kaartnoorden gelijk met de bovenste rand van de kaart. Dat is niet altijd zo geweest. Bij antieke kaarten wees de bovenste kaartrand naar het oosten. Vandaar het begrip ‘oriënteren’, de kaart naar het oosten richten. Het oosten, de richting waar de zon opkomt, was een logische richting om je kaart te oriënteren. Tot het kompas werd uitgevonden, dat was nauwkeuriger dan de zon. Een kompas wijst naar het noorden en nu richten we onze kaarten naar het noorden. 

Wandelkaarten worden zo gemaakt dat er zo weinig mogelijk verschil is tussen het kaartnoorden en het geografische noorden. Er is natuurlijk een verschil, al is het maar omdat het geografische noorden een punt is en het kaartnoorden een lijn. Maar het verschil is zo klein dat je er bij het oriënteren van je kaart geen rekening mee hoeft te houden.

Opgelet: kleine kaartjes in een wandelgids worden soms gedraaid voor een betere layout. Er wordt dan een noordpijl afgedrukt om het geografische noorden aan te geven. Check dus altijd even de richting van de noordpijl op zo’n kaartje. 

Het rasternoorden

Op wandelkaarten wordt er meestal een ruitennet afgedrukt. We noemen dit ook wel het ‘raster’ of het ‘grid’. Vroeger had elk land zijn eigen raster. Maar sinds de komst van de gps heeft men ingezien dat het handig is als iedereen hetzelfde raster gebruikt. Moderne kaarten drukken het gps grid af dat het UTM Coördinatenstelsel volgt. 

Het rasternoorden wijkt af van het geografische noorden en ook van het kaartnoorden. Maar ook hier weer zijn de verschillen minimaal, zodat je er ook geen rekening mee hoeft te houden om je kaart te oriënteren. 

De magnetische declinatie

De aarde wordt omringd door een magnetisch veld. Een kompasnaald richt zich naar dat veld. We noemen de richting die een kompas aangeeft het magnetische noorden.

Het magnetisch veld is echter niet overal op aarde gelijk en het wijzigt ook nog eens in de tijd. De kompasnaald zal dus niet overal op aarde dezelfde richting uitwijzen.  

Het verschil tussen het geografische noorden en het magnetische noorden wordt de magnetische declinatie genoemd.

Deze kaart toont de magnetische declinatie overal ter wereld. In België is deze ongeveer nul (groene lijn), maar Groenland noteert waarden tot voorbij -30°.

De magnetische inclinatie

Naast de horizontale afwijking tegenover het geografische noorden is er ook een verticale afwijking, de magnetische inclinatie. Een kompas moet hiermee rekening houden om te vermijden dat de kompasnaald tegen het kompashuis blokkeert.

Door de magnetische inclinatie kunnen veel kompassen niet overal ter wereld gebruikt worden.  

Lees hier welk kompas je best kiest : ‘Kies het juiste kompas‘.

Bepaal de magnetische declinatie

Je kan de actuele magnetische declinatie van een gebied op twee manieren bepalen: met een topografische kaart of via een website op het internet. 

Topografische kaart

Op topografische kaarten wordt de magnetische declinatie meestal afgedrukt met een schema. Omdat de declinatie verschilt in de tijd staat er altijd een datum en een formule bij. Hiermee kan je de declinatie voldoende nauwkeurig actualiseren.

We illustreren dit met een kaart van Oost-Groenland. De kaart geeft aan dat de magnetische declinatie 31° west was op het moment dat de kaart in 1994 getekend werd. De kaart vertelt je ook dat de declinatie elke 4 jaar met 1 graad afneemt. In 2019 is de declinatie volgens die kaart dus -25° west.

We hebben de kaart naar het geografische noorden georiënteerd met een kompasnaald die 25° westwaarts wijst. 

Website

Het is veel eenvoudiger (en ook wel nauwkeuriger) om de actuele magnetische declinatie van een streek op het internet op te zoeken. 

Op de website van Magnetic Declination kan je de actuele magnetische declinatie van elke plek ter wereld opzoeken. De declinatie wordt op deze site berekend met het World Magnetic Model (WMM2015).

Hier zie je dat de declinatie van Kungmiut (Kuummiit) in Oost-groenland -22° west is.

De inclinatie is 77°. 

www.magnetic-declination.com

Voorbeelden

Topografische kaarten geven informatie over de verschillende noordrichtingen en de magnetische declinatie. We hebben in de volgende tabel een paar voorbeelden verzameld.

Voor zowel de Belgische kaart als de Oostenrijkse kaart is de magnetische declinatie kleiner dan de nauwkeurigheid van een kompas (2,5°). Bij het oriënteren van je kaart kan je het magnetische noorden dus als het geografische noorden beschouwen.

Het verschil tussen het raster van het UTM grid en het magnetische noorden loopt op tot 4,5°. Als je met het raster als referentie een koersrichting bepaalt en je houdt geen rekening met deze afwijking, dan schiet je na 1 km stappen je doel met 80 m voorbij.   

Voor de kaart van Groenland is de magnetische afwijking wel groot, je moet er dus zeker rekening mee houden.

Declinatiecorrectie

Als de magnetische declinatie te groot is, dan kan je ze niet meer negeren. Je moet dan een declinatiecorrectie op je kompas uitvoeren. 

Er zijn 3 methodes om dat te doen. Je kompas bepaalt welke methode je kan toepassen.

Kompaslezen
(c) Wandelpunt.be

Kompas met een vaste declinatiecompensatie-schaal.

Bekijk de figuren terwijl je de tekst leest.

Verdraai de gradenring

Deze methode werkt met elk kompas, het maakt niet uit of het kompas wel of niet over een declinatiecorrectie beschikt. 

Hoe oriënteer je een kompas naar het geografische noorden:

  • Bepaal de magnetische declinatie (opzoeken op kaart of website), bijvoorbeeld: Kuummiit, -22° west.
  • Het kompas wijst naar het magnetische noorden en stuurt je dus 22° teveel naar het westen. 
  • Compenseer dit door de gradenring van het kompas te verdraaien tot 22° (de declinatie) gelijk staat met de index van het kompas.
  • Laat de kompasnaald samenvallen met de noordpijl van het kompas.
  • De richtingspijl van het kompas wijst nu naar het geografische noorden. 
Als je een koers (azimut) wil lopen, dan moet je de magnetische declinatie van de koersrichting aftrekken. Wil je bijvoorbeeld op 60° azimut lopen, dan moet je de gradenring op 60 – (-22) = 82° zetten.

Vaste declinatiecorrectie-schaal

Deze methode werkt alleen met een kompas dat een vaste declinatiecorrectie-schaal heeft.

Hoe oriënteer je een kompas naar het geografische noorden:

  • Bepaal de magnetische declinatie (voorbeeld: Kuummiit, -22° west).
  • Verdraai de gradenring van het kompas tot de 0° (noord) gelijk staat met de index van het kompas.
  • Laat de kompasnaald niet samenvallen met de noordpijl van het kompas maar met -22° op de declinatiecorrectie-schaal.
  • De richtingspijl van het kompas wijst nu naar het geografische noorden. 

Als je een koers (azimut) wil lopen, dan pas je dezelfde methode toe. Wil je bijvoorbeeld op 60° azimut lopen, dan zet je de gradenring op 60 en je laat de kompasnaald met -22° op de declinatiecorrectie-schaal samenvallen.

Aanpasbare declinatiecorrectie-schaal

Deze methode werkt alleen met een kompas dat een aanpasbare declinatiecorrectie-schaal heeft.

Hoe oriënteer je een kompas naar het geografische noorden:

  • Bepaal de magnetische declinatie (voorbeeld: Kuummiit, -22° west).
  • Verdraai de noordpijl van het kompas naar -22° met behulp van een stelschroef. Je kompas is nu permanent op een declinatie van -22° afgesteld.
  • Verdraai de gradenring van het kompas tot de 0° (noord) gelijk staat met de index van het kompas.
  • Laat de kompasnaald samenvallen met de noordpijl van het kompas.
  • De richtingspijl van het kompas wijst nu naar het geografische noorden. 

Als je een koers (azimut) wil lopen, dan pas je dezelfde methode toe. Wil je bijvoorbeeld op 60° azimut lopen, dan zet je de gradenring op 60 en je laat de kompasnaald met de noordpijl van het kompas samenvallen.

(c) Wandelpunt.be

Deze drie kompassen wijzen allemaal naar het geografische noorden.

Kompas zonder declinatiecorrectie, met vaste declinatiecorrectie-schaal en met een aanpasbare declinatiecorrectie-schaal.

Silva heeft een goeie manual geschreven over hoe je met een kompas navigeert. 

www.silva.se

Vragen / Aanvullingen ?

Heb je niet gevonden wat je zocht? Stel hier je vraag!