Logo WPNT S

Start met wandelen

Hoe kies je een mooie wandelroute?

Wandelroutes kiezen

Zomaar vertrekken en een lange wandeling maken op asfaltwegen is niet echt een fijne ervaring. Je gaat best op zoek naar een mooie wandeling op onverharde paden, in een aangename omgeving. En je kiest best voor een wandeling die je fysiek aankunt.

Soorten wandelingen

We maken een onderscheid tussen familiewandelingen, dagtochten en meerdaagse trekkings. Voor elke soort wandelingen hebben we een overzicht gemaakt van alle wandelingen die je in België kunt maken.

Familiewandelingen

Een familiewandeling stap je met een gezin met kinderen. De route is op het terrein bewegwijzerd en loopt over goed begaanbare paden.

Deze wandelingen zijn ook heel geschikt voor starters die willen beginnen met korte en gemakkelijke wandelingen. 

Afstand 

6 km – 12 km

Tijd 

3 u – 6 u

Dagtochten

Een dagtocht is een stevige wandeling voor ervaren wandelaars met een goede conditie.

Sommige wandelroutes gaan op zoek naar avontuurlijke paden of vragen goeie navigatie vaardigheden.

Afstand 

18 km – 22 km

Tijd 

5 u – 8 u

Meerdaagse trekkings

Een meerdaagse trekking is een aaneenrijging van dagtochten waarbij je van bivak naar bivak of van hotelletje naar hotelletje stapt.

Je hebt een goede conditie nodig want je draagt een zware rugzak en je moet elke dag opnieuw op pad.

Afstand 

50 km – 300 km

Tijd 

meerdere dagen

Welke afstand kan je aan?

Als je een wandeling selecteert, kies dan een wandeling met een afstand en hoogteverschil die je aankan.

In Vlaanderen en Nederland is het terrein vlak. Hier bepaalt alleen de afstand hoe licht of hoe zwaar je wandeling is. In de Ardennen (en zeker in de Alpen) bepaalt ook het hoogteverschil hoe zwaar een wandeling is.

Als beginnend wandelaar heb je nog geen ervaring met de afstanden of hoogteverschillen. Daarom kan je vertrekken met onderstaande tabel, die geeft richtcijfers voor een gemiddeld wandelaar.

Klik op de tabel om te vergroten.

Werk aan je wandelconditie

Wandelen is geen competitiesport (tenzij je gaat snelwandelen). Wandel dus op je eigen tempo en kies voor afstanden en hoogteverschillen die je aankan. Je zal merken dat je conditie vanzelf toeneemt als je vaak gaat wandelen. Je kan jezelf uiteraard ook een doel stellen en daarvoor trainen, maar dat hoeft helemaal niet. De beste training is gewoon veel wandelen. Door rustig op te bouwen wordt je lichaam steeds krachtiger en voorkom je vervelende blessures.

Vergeet niet om voldoende pauzes te nemen. Ze zijn in de tabel met staptijden inbegrepen. Het is beter om een goed geplande pauzes te nemen dan om veelvuldig op adem te komen, want dan geraak je uit je stapritme. Daarom deel je best je tocht op in etappes. Kies voor etappes van één uur of van anderhalf uur. Na elke etappe neem je een pauze van 10 minuten. Je kan dan ook iets drinken of eten. Tijdens de middag neem je een lange pauze, minstens een half uur tot een volledig uur. 

Bivaktochten staan niet in de tabel. Een etappe van een bivaktocht is niet zwaarder dan deze van een dagstocht. Je kan een bivaktocht dus beschouwen als een aaneenrijging van dagtochten. Het verschil is dat je een zware rugzak draagt en dat je elke dag opnieuw op pad moet. Bouw dus eerst je conditie op door dagtochten te maken met rugzak voor je met bivaktochten begint. Maak daarbij je rugzak geleidelijk aan zwaarder tot je het gewoon bent om met volledige bepakking te wandelen.

Bereken je persoonlijke wandeltijd

In de vorige tabel toonden we gemiddelde staptijden. We hebben die berekend met de snelheden en de afstanden die gemiddelde wandelaars halen.

Klik op de tabel om te vergroten.

Het is best mogelijk dat jouw wandelparameters afwijken van deze van gemiddelde wandelaars. Misschien stap je sneller op horizontaal terrein, of  misschien kan je beter klimmen of ben je voorzichtiger bij het afdalen. 

Heb je enige ervaring opgebouwd, dan krijg je een goed idee van je persoonlijke wandelparameters. Met deze parameters kan je gebruik maken van een formule om je persoonlijke wandeltijden nauwkeuriger te berekenen.

Bereken de duurtijd van een wandeling

Lees hier ons artikel over snelheden, afstanden en hoe je de duurtijd van een wandeling berekent. 

Moeilijk terrein voor starters

Wandelgidsen en wandelkaarten waarschuwen meestal als er op het traject moeilijke stukken zijn.

In Nederland en Vlaanderen is het doorgaans makkelijk wandelen, maar in de Ardennen kan het voorvallen dat je langs een afgrond wandelt, op een rots klautert of een riviertje doorwaadt. In de Hoge Venen kunnen gladde knuppelpaden of ondergelopen veenpaden behoorlijk wat energie vergen.

Als het alleen wat lastiger terrein is, dan zal de wandeling gewoon wat langer duren. Zijn er echter avontuurlijke stukken die je niet aandurft, kies dan een andere wandeling of maak een omweg.

Het is pas in het hooggebergte en in verre en onbewoonde gebieden dat het terrein echt moeilijk wordt, maar als je daar tochten maakt dan ben je geen beginner meer.

Wandelen Ardennen

Klimmetje uit het dal van de Semois. Pak de wortels.

Moeilijke navigatie voor starters

Navigeren moet je leren. In het begin selecteer je dus best wandelingen met duidelijke wegmarkeringen op het terrein, die zijn het makkelijkst te volgen. Neem altijd een kaart en liefst ook nog een wegbeschrijving mee, er kan immers een wegmarkering verdwenen zijn.

Ga pas voor wandelingen zonder terreinmarkeringen als je voldoende leerde kaartlezen. Lees hiervoor de pagina’s over kaartlezen.

Navigeren met een wandelapp op je gsm of met een wandelgps kan ook en het is zelfs makkelijker dan met een papieren kaart. Maar je moet het toestel dan wel perfect kunnen hanteren én je moet de route ergens als GPX track kunnen downloaden. Lees hierover meer in de pagina’s over navigeren.

Wandelen wegmarkeringen

Start met wandelingen met goede wegmarkeringen. 

De GR gaat naar links, de wandelingen met gele en groene rechthoek gaan naar rechts en de wandeling met groene ruit gaat rechtdoor. Het elfenbankje blijft hier.

Het juist seizoen

In België kan je tijdens elk seizoen wandelen, maar niet elke streek is in elk seizoen even mooi. En af en toe worden er wandelgebieden afgesloten. Je kan hier maar beter rekening mee houden als je een wandelroute kiest.

Tijdens de winter zijn bosrijke gebieden aangenamer om te wandelen dan open gebieden waar het bitter koud kan zijn. In de Hoge Venen maak je in de winter een sneeuwwandeling en aan de kust ga je tijdens de winter lekker uitwaaien. De lente bloeit overal frisgroen en de zomer is ideaal om te kamperen of om een kajak te huren. Op het einde van de zomer kleurt de heide in de Kempen en in de Hoge Venen mooi paars. Bomen verkleuren prachtig in de herfst.

Sommige natuurgebieden sluiten in de lente omwille van het broedseizoen. De heide kan in de zomer sluiten wegens brandgevaar en vanaf de herfst tot na nieuwjaar worden bossen vaak gesloten voor de jacht. Lees meer over de jacht in de pagina’s over gevaren en ongemakken.

Slechtweer

Wandelen in de Hoge Venen bij regenweer.

De mooiste wandelingen

Niet elke wandeling is even mooi. We geven een paar tips die je helpen om er de mooist wandelingen uit te pikken.

  • Kies voor een wandeling met zoveel mogelijk onverharde paden. Asfalt stapt slecht.
  • Ga voor een wandeling met afwisselende landschappen zodat het nooit eentonig wordt. Wissel dichte bossen af met open heide en weidse grasvelden. Een riviertje volgen is altijd fijn.
  • Ga voor zoveel mogelijk reliëf en wissel af met vlakkere stukken. Je stapritme verandert: klimmen wordt dalen, een vlak stuk gaat sneller, het gaat nooit vervelen.  
  • Geef onderweg aandacht aan interessante punten zoals een waterval, een kasteel, een mooie rotsformatie, een grot of een leuk dorpje. Goede wandelgidsen zoals de topoboekjes van Grote Routepaden geven naast een wegbeschrijving ook boeiende achtergrondinformatie.
  • Probeer altijd enkele goede uitkijkpunten te vinden. In de Ardennen beklim je een heuvel, in Vlaanderen een uitkijktoren.
Uitzicht

Uitkijkpunt in de Ardennen, Lee en Eisleck trail.

Lusvormige wandelingen

Als je één dag gaat wandelen, dan loop je liefst een lusvormige wandeling, zodat start en aankomst op dezelfde plaats liggen. Je parkeert je auto bij de start en je komt na het wandelen vanzelf bij je auto terug.

Maar er zijn ook heel wat schitterende doorgaande of meerdaagse wandelingen. Het zou zonde zijn om die wandelingen uit praktische overwegingen over te slaan.

Hoe kan je zo’n doorgaand traject omvormen tot een lusvormige wandeling?

Je kan natuurlijk met twee auto’s gaan en er één aan de start en één aan de aankomst parkeren. Je kan ook zelf een alternatieve terugweg uitstippelen om de lus te sluiten.

Maar er zijn nog enkele andere oplossingen.   

  • Selecteer een traject dat start en eindigt aan een treinstation of bushalte. Parkeer je auto aan de aankomst en reis met het openbaar vervoer naar je startplaats. De wandelgidsen van Grote Routepaden geven alle stations en haltes in de buurt van het wandeltraject. Ze publiceren zelfs ‘treinstappers’ die allemaal aan een station starten en eindigen. Ook de wandelingen van TreinTramBus zijn hiervoor geschikt. 
  • Neem een fiets en een goed slot mee, parkeer je auto aan de aankomst en fiets naar het startpunt. Achteraf haal je je fiets terug op.
  • Aan zee kan je overal de kusttram op- en afhoppen, die gaat van De Panne tot Knokke.
  • Je kan de meeste riviertjes in de Ardennen tijdens de zomer met een kajak afvaren. Stap na je wandeling in een kajak en vaar terug naar je startplaats. Er zijn ontzettend veel verhuurbedrijven die elk een deel van zo’n riviertje voor hun rekening nemen. Zoek met Google naar het juiste verhuurbedrijf en reserveer een kayak. 

Maak een stokkenwandeling

Je gaat uiteraard altijd goed voorbereid op weg. Maar wat doe je als je op onbekend terrein bent en je hebt géén kaart of wandelgids bij ? 

Dan maak je een stokkenwandeling. Dat deden de pioniers ook in de Far-West. Ze trokken vanuit de oostkust van Noord-Amerika naar het westen door onverkend dicht bebost gebied. Ze gebruikten geen kaarten, want die waren er niet. 

Op de heenweg zetten ze aan elke afslag een stok schuin tegen een boom. De stok wijst naar de richting waar ze vandaan komen. Zo kunnen ze altijd op hun stappen terugkeren. 

Je kan dit ook doen, maar denk eraan om de stokken bij de terugweg te verwijderen. Zoek de stok niet op de plaats waar je hem wil plaatsen maar verzamel hem reeds onderweg, dat spaart tijd.  

Een stokkenwandeling gaat goed in bebost gebied. Zijn er geen stokken of bomen te vinden, dan kan je een kleine steen naast een grote steen leggen. Maar maak zeker nooit steenhoopjes (cairns of steenmannetjes) want die worden gebruikt om wandelpaden aan te geven. Als je zelf cairns maakt, dan breng je andere wandelaars op het verkeerde spoor.

De stok wijst in de richting van de terugweg

Stippel je eigen traject uit

Stippel nooit zomaar op de kaart een wandeling uit, maar start altijd met een bestaande wandeling die je daarna aanpast. Een wandeling in een wandelgids of op een wandelkaart is door ervaren wandelaars gemaakt. Ze kennen het terrein als hun broekzak en selecteerden de mooiste paden en de interessantste bezienswaardigheden. Ze vermijden ook privé terrein dat je niet mag doorkruisen.

Waarom zou je dan zelf nog een wandeling uitstippelen? Misschien wil je de wandeling wat verlengen of  inkorten, of je wil een moeilijke passage vermijden. Hou er dan rekening mee dat je in België nooit zomaar over het terrein mag lopen, je moet in principe op wegen en paden blijven. 

Als je zelf een traject wil uitstippelen, dan heb je een gedetailleerde kaart nodig en moet je goed kunnen kaartlezen, want je zal geen wegmarkeringen meer volgen. In de cursus kaart & kompas op deze website leer je hoe je een wandeling op een papieren kaart uitstippelt.  In de andere navigatiecursussen leer je hoe je een wandeling op je computer uitstippelt en daarna download op je gsm of gps.

Rust

Vragen / Aanvullingen

Niet gevonden wat je zocht?  Stel hier je vraag!

Niet gevonden wat je zocht?

Stel hier je vraag!