Wandelen in de Kaukasus is in principe zowat hetzelfde als wandelen in de Alpen: je wandelt in een hooggebergte. Er zijn brede valleien met dorpen, weiden en dennenbossen. Eenmaal voorbij de boomgrens betreed je ruiger terrein met rosten, gletsjers en bergpieken. In de Kaukasus draag je dus dezelfde kledij en neem je hetzelfde materiaal mee als voor een Alpentocht.
Toch zijn er een aantal verschillen tussen de Kaukasus en de Alpen.
1000 meter hoger
De Kaukasus is gemiddeld zo’n 1000 m hoger dan de Alpen. Wie heel snel last heeft van hoogteziekte kan dit merken. Het is dan aan te raden om een dagje meer te spenderen aan het gewennen aan de hoogte voor je steeds hoger trekt.
Het wandeltoerisme staat nog in zijn kinderschoenen
De Kaukasus is heel wat minder toeristisch dan de Alpen. De paden zijn vaak minder goed aangeduid, het openbaar vervoer is een stuk beperkter en je vindt er nauwelijks de typische berghutten van de Alpen. Ook de hulpdiensten zijn nog niet zo goed uitgebouwd. Hierdoor vraagt een wandeltrip in de Kaukasus meer voorbereiding en ervaring dan een trip in de Alpen.