Rivieren oversteken voor wandelaars
IJsland, Silfra kloof: oversteekplaats voor duikers.
Wat als er geen brug is?
In wandelgebieden zoals de Alpen is er voor wandelaars meestal goede infrastructuur gebouwd. Grote rivieren kan je makkelijk oversteken via wandelbruggen, kleine bergbeken kan je gewoon doorwaden of er zijn steppingstones voorzien.
Ga je naar meer afgelegen gebieden zoals Noorwegen, IJsland of Groenland, dan kan het gebeuren dat je toch een grotere rivier zonder brug moet oversteken. Soms is zo’n oversteek een ‘walk in the park’, maar het kan bij hoge waterstanden ook erg gevaarlijk zijn.
Op deze pagina geven we een aantal tips over hoe je een grotere rivier oversteekt.
Goed waadschoeisel is belangrijk in koude gebieden (fjord oversteek in Oost-Groenland).
Het materiaal
Er zijn twee onmisbare uitrustingstukken om een moeilijke rivier over te steken : wandelstokken en aangepast schoeisel.
Wandelstokken moet je zeker meenemen, ze geven je voldoende houvast tijdens de oversteek en je hebt ze ook nodig om te peilen hoe diep het water is voor je een voet verplaatst.
Ook aangepast schoeisel is onmisbaar. Steek geen moeilijke rivieren over op blote voeten: je hebt geen grip op de gladde ondergrond en het water is meestal ijskoud, waardoor je al snel gevoelloze voeten krijgt die zeker alle grip verliezen. En je kan je voeten verwonden aan scherpen stenen.
Er zijn verschillende opties voor goed doorwaadschoeisel:
- Als je op trailrunners wandelt, dan kan je overwegen om gewoon met je stapschoenen door de river te waden. Trailrunners drogen snel en je kan speciale kousen dragen die sneldrogend of zelfs waterdicht zijn.
- Als je met klassieke wandelschoenen stapt, dan is het toch aangenaam om die droog te houden want dit soort schoeisel droogt ontzettend traag. In dat geval neem je waadschoeisel mee om rivieren door te waden.
- Je kan hiervoor lichte wandelschoenen met een stevige zool meenemen. Dat is de meest comfortabele optie, maar zo’n schoenen wegen nogal wat in je rugzak, zeker als ze nat zijn.
- Veel lichter zijn Crocs. Naast de klassieke Clog (de alom bekende klomp vorm) maakt Croc ook de Swiftwater Mesh. Deze schoen is iets zwaarder, maar hij is steviger en blijft beter aan je voet zitten.
- Om je voeten warm te houden draag je in je Crocs een paar neopreen duiksokjes met een dikte van 2 of 3 mm.
- Crocs met neopreen sokken zijn niet zwaar, maar toch wegen ze makkelijk 400 tot 600 gram
- Voordeel van Croc’s is dat je ze ook inhet bivak kan dragen als je ’s avonds je zware stapschoenen uittrekt.
Crocs kan je online kopen, neopreen sokjes vind je goedkoop in een outdoor supermarkt zoals Decathlon.
Verder is het aan te raden om alles in je rugzak in waterdichte zakjes op te bergen. Dat houdt niet alleen je materiaal droog, het kan er ook voor zorgen dat je rugzak blijft drijven.
Waadschoenen: Crocs Swiftwater Mesh en 3 mm neopreen sokjes van Decathlon.
Crocs kopen
Crocs zijn zelden te koop in klassieke schoenenwinkels. Je kan ze rechtstreeks in de webshop van Crocs bestellen.
www.crocs.nl
Neopreen sokken kopen
Bij Decathlon kan je goedkoop neopreen sokken van 3 mm kopen, je kan ze in de webshop bestellen.
De techniek
Soorten rivieren
- Bergbeken kan je gewoon overstappen door van steen tot steen te stappen. Gebruik je wandelstokken om je evenwicht te bewaren en vermijd het om te springen, want natte stenen zijn glad.
- Met grote rivieren moet je uitkijken. Bekijk eerst op de kaart waar de rivier ontstaat. Als hij uit een gletsjer of grote sneeuwvlakte ontspringt, dan is het een gletsjerrivier. Anders is het een regenrivier. Er zijn natuurlijk ook gemengde rivieren.
- Steek een gletsjerrivier bij voorkeur ‘s morgens vroeg over, als er nog weinig sneeuw of ijs gesmolten is en het water nog laag staat. Bij slecht weer staat zo’n rivier lager dan bij volle zon.
- Bij een regenrivier is het omgekeerd: zo’n rivier zal hoger zijn bij regenweer, meestal nadat het al een tijdlang aan het regenen is.
- Als je een rivier echt niet kan oversteken, dan kan het nuttig zijn om een halve dag te wachten tot het water terug lager staat.
- Dichtbij de kust kan de hoogte van een rivier sterk wisselen volgens het getij. Het kan zijn dat je bij vloed moet wachten tot het terug eb wordt. Neem een getijdentabel mee en plan je tocht in functie van het getij.
- Rivieren met extreem hoog water zoals kolkende modderstromen die afgerukte vegetatie meesleuren kan je niet oversteken.
- Ook brede, traag stromende rivieren met een heel glad wateroppervlak zijn vaak te diep om over te steken.
Bepaal je oversteekplaats
- Op kaarten en in wandelgidsen worden goede oversteekplaatsen meestal aangeduid.
- Bestudeer de rivier voor je aan de oversteek begint. De beste weg om over te steken is zelden de kortste weg.
- Een rivier is meestal minder diep waar hij breder is, daar kunnen er zelfs kleine eilanden ontstaan.
- Kijk uit als de rivier een bocht maakt: de diepte van het water is daar ongelijk. Een rivier stroomt altijd sneller in een buitenbocht omdat het water daar meer afstand moet afleggen. Hierdoor heeft het water meer kracht en kan het de bedding dieper uitschuren.
- Een snel stromende rivier kan je tot aan je knieën oversteken. Een traag stromende rivier tot aan je heupen. Is de rivier dieper, zoek dan een andere oversteekplaats.
Vorm een ketting
- Vorm groepjes van 2 tot 4 personen. Te grote groepen krijgen problemen met de coördinatie.
- Trek je lange broek uit en stop je stapschoenen in je rugzak of bindt ze stevig vast. Sla ze niet rond je hals of hou ze niet vast, want je kan ze makkelijk verliezen als je even uit evenwicht geraakt.
- Zorg ervoor dat je niet in je rugzak gevangen zit mocht je vallen en door het water meegesleurd worden. Maak hiervoor de borstriem van je rugzak los en maak je schouderriemen wat langer. Maak ook je heupgordel losser. Je kan hem ook helemaal losmaken, mits je hierdoor je rugzak niet verliest.
- Gebruik twee stokken als je alleen bent. In groep zal je één hand nodig hebben om je aan elkaar vast te haken. Berg dan één stok op.
- Maak je stokken een stukje langer dan gewoonlijk zodat je ze ook nog kunt gebruiken als het water ineens toch dieper wordt. Je kan er dan eventueel ook met je borst op leunen als je voorover buigt.
- Vorm met je groepje wandelaars een ketting die gelijkloopt met de stroomrichting van het water, de sterkste staat stroomopwaarts.
- Haak je aan elkaar vast met één arm. Hou de wandelstok in je vrije hand van de andere arm.
Stap naar de overkant
- Stap rustig naar de overkant. Leun voorover op je verlengde stok. Zet je stok voor je en kijk stroomopwaarts.
- Zorg ervoor dat er steeds een persoon stabiel staat voor de andere beweegt.
- Verplaats je stok en voel of ze stevig staat voor je een stap voorwaarts zet.
- Hef je voeten niet te hoog: het water stroomt het traagst dichtbij de bodem. Maar kijk uit dat je niet over een rotsblok struikelt.
- Snelheid maken is geen goed idee.
- Neem geen risico’s en keer op je stappen terug als het te moeilijk wordt.
- Mocht je toch je evenwicht verliezen en je wordt meegesleurd, trek dan onmiddellijk je rugzak uit. Je kan hem als reddingsboei gebruiken als hij goed drijft.
- Zwem niet tegen de stroming in. Laat je meedrijven en zwem traag met de stroming mee richting oever.
- Als de rivier echt te wild wordt, dan ga je met je voeten eerst, zodat je je hoofd niet tegen en rots stoot.
Een ‘ketting’ van twee personen, Bram en Nele steken een rivier over in Oost-Groenland.
Lange broek uit, schoenen vervangen door waadschoenen, armen in elkaar haken, twee stokken opbergen en twee stokken gebruiken.