Wandeldagboek Rocky Mountains

Bow lake

Shoppen in Vancouver en een lange autorit

Na een lange vlucht vanuit Amsterdam landen we in Vancouver. Op de luchthaven staat onze huurwagen klaar: een helblauwe Nissan Terrano. We rijden meteen naar MEC, een grote outdoor shop in Vancouver. Er wacht ons hier een online bestelling van al het materiaal dat we niet op het vliegtuig konden meenemen. We checken meteen de inhoud van de kartonnen doos: gasbusjes, muggenspray en berenspray. Plus gevriesdroogde maaltijden, muggennetjes en een nieuwe tent. Alles is er. We lopen nog wat rond in de winkel en laten ons uiteraard verleiden door wat extra prullaria. Hilde koopt een berenbel en een sjaaltje, ik koop een hoed. De tweepersoons kayak die tentoongesteld staat ziet er ook schitterend uit, maar die zal voor een volgende keer zijn.

Vancouver is een fantastische stad, maar de citytrip hebben we voor de laatste dagen van onze vakantie gepland. Eerst gaan we wandelen! En het is nog een lange rit naar de Rockies, langs eindeloze highways waar je vaak niet sneller dan 50 mijl per uur mag rijden. We stoppen in wegrestaurants en drinken slappe Amerikaanse koffie. Daarna bezoeken we ‘Hells Gate’, een vernauwing in de Frazer river waar wilde zalm zich een weg zoekt naar de bovenloop van de rivier. Er is een kolkende rivier en een kabelbaan voor toeristen, maar er is geen zalm te bespeuren. Die zwemmen blijkbaar in kunstmatige kanalen die aangelegd zijn om hen te helpen om makkelijker over de watervallen heen te geraken. Watjes!

Houd de dief!

We slaan ons tentje op in de campground van Lake Louise. Alle kampeerplaatsen zijn op dezelfde manier ingericht: er is een afgebakende grasplek voor je tent met een houten tafel en een vuurkorf. Er is een gemeenschappelijk kraantje en een veldtoilet. Betalen doe je door het juiste bedrag in een postbus te stoppen. Je betaalt extra als je houtblokken gebruikt voor een kampvuur.

Als we beginnen te koken, komt er meteen een grote zwarte kraai op de houten tafel zitten. Een ‘American Crow’. Hij kijkt belangstellend toe. Ik haal even een blikje bier uit de auto. Als ik terugkom blijkt dat de vogel vliegensvlug vier eieren heeft stuk gepikt en leeg geslokt. Hij zal ons elke maaltijd opnieuw om eten komen bedelen, tot we uiteindelijk bezwijken en hem gewoon laten mee-eten. Als dank heeft hij ons de laatste dag een prachtige zwarte veer cadeau gedaan.

Enkele mooie dagwandelingen

Vanuit Lake Louise maken we een aantal korte dagwandelingen om in te lopen. Lake Louise is een dorpje met een prachtig gletsjermeer waar het gigantische Fairmont Chateau staat, een sjiek hotel met kamers vanaf 650 Euro per nacht. Het pad omheen het meer is een van de drukste toeristische plaatsen in de Rockies, maar eenmaal je verder stapt dunt de massa snel uit. Wanneer we na het ‘Plain of the six glaciers’ theehuis verder stappen tot aan de Victoria gletsjer, zijn we vrijwel alleen.

We zijn ook alleen als we de volgende dag via Helen Lake naar Cirque Peak stappen. De tocht start in een dennenbos, dat al snel plaats maakt voor een typisch gebergte landschap met rotsblokken, grasveldjes en prachtige bergmeertjes. 

Als we bijna boven zijn moeten we even stoppen. We zijn een beetje duizelig. Deze bergtop is 2993 meter hoog en we hebben de 1050 hoogtemeters nogal snel gestapt. Maar wat een uitzicht! Eindeloze besneeuwde bergkammen, donkere beboste dalen en oneindig veel lichtblauwe bergmeertjes. We dalen af en het gaat snel terug beter. Na een paar dagen acclimatiseren zal onze hoogtegewenning vanzelf wel beter worden.

Oog in oog met een grizzly

We hebben een fantastische tweedaagse tocht gemaakt en lopen terug naar de plaats in het bos waar we onze auto parkeerden. Via de Skoki hut zijn we verder getrokken naar de Red Deer lakes. Hier ben je echt in de wilderness. We hebben een permit gekocht bij de rangers in Lake Louise. Hiermee hebben we toestemming om te kamperen, op een welbepaalde kampeerplaats, op een welbepaalde plaats. Het klinkt allemaal nogal streng, maar het voordeel is dat het aantal hikers op die manier onder controle blijft. We hebben inderdaad heel weinig andere hikers gezien.

Maar er zijn wel dieren. We zien een groep wilde geiten, ‘Mountain Goats’. Ze zijn hun dikke wintervacht aan het verliezen. De wol hangt in plukken om hun lijf. Als we een modderig stuk langs een meer oversteken, zien we de pootafdrukken van een beer. De sporen zijn niet groter dan mijn voetafdruk, het moet een zwarte beer zijn. Ook bij het oversteken van Deception Pass op 2400 meter hoogte zien we berensporen in de sneeuw. Je wil zo’n beer niet per verrassing tegen het lijf lopen. Beren mijden mensen als ze die tijdig opmerken. Daarom moet je voldoende lawaai maken. We lopen dus de hele tijd te zingen. En rinkelen met onze berenbel. Het zijn vrolijke tochten hier.

De kampeerplekken zijn goed ingericht. Er is een plaats voor je tent, en 100 meter verder is er een plek waar je kan koken. Eten in je tent bewaren is niet verstandig omdat je dan bezoek kan krijgen van een hongerige beer. Daarom staat er bij elke eetplek een hoge berenpaal. Je kan er met een touw je zak met eten in omhoog trekken.

We keren terug naar onze auto, die op het einde van een bospad geparkeerd staat. Het is nu niet ver meer. En dan zie ik opeens iets bewegen in het struikgewas naast het pad. Een beer. ‘Een beer!’ roep ik naar Hilde. Ze kijkt ongelovig: we hebben geen beer gezien, en nu, als we bijna terug aan de auto zijn…? Maar het is wel degelijk een beer, op minder dan 50 meter afstand. Hij heeft hij ons gezien en … gaat op zijn achterpoten staan. Het beest is zeker 3 meter hoog. Dit is geen zwarte beer, maar een grizzly! Hij kijkt ons onderzoekend aan, we kijken terug. Hij vol zelfvertrouwen, wij zijn er net iets minder gerust in. Dan besluit hij dat we ongevaarlijk zijn. Hij laat zich terug op zijn voorpoten vallen en doet verder waar hij mee bezig was: bessen eten. Grizzly’s zijn gelukkig geen gevaarlijke vleeseters.

We bevinden ons in een nauwe vallei met steile wanden. Een beer kruisen is geen goed idee. We kunnen geen kant op, behalve op onze stappen terugkeren. Dat doen we dus. We stappen terug tot we een bocht om zijn en wachten af. Maar meneer de beer komt rustig al bessen etend aangewandeld. Verstandig als we zijn, stappen we opnieuw een paar bochten terug. En ja, daar komt meneer de beer de bocht om. Dit scenario herhaalt zich nog een aantal keer, en het leuke is dat we de hele tijd met de beer oogcontact hebben.

We beginnen aan elkaar te wennen, maar zo kan het uiteindelijk niet verder. Wij moeten terug naar beneden, niet terug bergop. Dan zien we een bouwvallig schuilhutje langs het pad. Het plan is snel gesmeed: we verstoppen ons in het hutje en laten de beer voorbij wandelen. Maar dan zien we dat die hut helemaal niks voorstelt: hij heeft maar twee wanden en is achteraan helemaal open. Het lijkt meer op een bushokje dan een schuilhut. We nemen allebei onze berenspray en houden die in aanslag. Zo’n bus bevat pepperspray, je kan hiermee tot 6 meter ver spuiten. Maar het spreekt vanzelf dat je dit alleen in uiterste nood gebruikt. Als even later de beer op amper een paar meter naast het hutje voorbijkomt, worden we toch behoorlijk ongerust. Je kan hem zelfs ruiken. Maar de beer wandelt rustig verder en keurt ons geen blik waardig. We zuchten opgelucht.

Yeehaa: rodeo kermis in Calgary

Het regent. We hebben vandaag een halve dagwandeling gemaakt in de gietende regen. De druipnatte bomen en struiken maakten ons kletsnat ondanks onze prima wandelkledij. Nu zitten we in een groezelig restaurantje een hamburger met friet te eten terwijl de regen tegen de ruiten klettert. De weerman op de radio voorspelt de eerste dagen nog meer ellende. We besluiten om de wandelschoenen een paar dagen aan de haak te hangen en Calgary te bezoeken.

Inpakken en wegwezen! We rijden de bergen uit, langs de eindeloze prairie naar Calgary, een stad van cowboys en olie. Eens we in Calgary zijn blijkt het niet zo evident om een vrije kamer te vinden. Alles is volgeboekt omwille van de rodeo. We vinden nog een kamer in een krakkemikkig motel met een klapperend neonbord: ‘vacancies’. Het lijkt wel wat op het Bates motel. Geen psycho Norman achter de balie, wel een zeer zwaarlijvige dame met krulspelden. Ze geeft ons ongeïnteresseerd de sleutel van een bruine kamer met groezelig tapijt en nylon lakens. De douche heeft gelukkig geen gordijn.

Als we de bergen verlaten begint de zon te schijnen. We zijn geen paardenmensen, maar nu we hier toch zijn besluiten we om eens een kijkje te nemen naar dat hele rodeo gedoe. De ‘Calgary Stampede’ is een traditonele kermis die een hele week duurt. Iedereen gaat naar kantoor in bluejeans met bootcut, lederen cowboybotten en een Stetson op het hoofd. De grote ranches geven ‘s morgens gratis ontbijt met spek en eieren. Soms voor wel 3000 gasten.

En die rodeo, dat is hier een bloedserieus evenement. De beste cowboys zijn hier even beroemd zijn als bij ons de beste wielrenners. Ze gaan er keihard tegenaan: ze temmen paarden en bedwingen stieren. Ze worden door halfwilde paarden in het zand gegooid en met veel passie vertrappeld. We zien er eentje van zijn paard op een kalf springen, maar hij duikt er naast. Hij wordt halfdood op een draagberrie weggevoerd terwijl hij nog dapper met zijn Stetson naar het publiek wuift. Huifkarren rijden in ware Ben-Hur stijl door de arena alsof ze achtervolgd worden door indianen die op hun scalp belust zijn. Maar we zien ook hoe kleine meisjes met een herdershond een kudde schapen feilloos doorheen poortjes loodsen. Er is hier ook een heuse landbouwbeurs. Je vindt hier alles voor de beginnende farmer: een GMC pick-up truck, landbouwwerktuigen, paarden, runderen en zaaigoed.

We besluiten onze citytrip naar Calgary met een bezoek aan het Glenbow museum. Een schitterend museum waar je opnieuw beleeft hoe pioniers het Wilde Westen veroverden. De Rockies zijn nog altijd een beetje het wilde westen gebleven. Een prachtige natuur met cowboys die kamperen in de wilderness, met koffie bij het kampvuur. Dat doen wij ook.

De Skyline Trail

We zijn nu bijna drie weken in de Rockies, en we hebben fantastische tochten gemaakt. We reden met onze Terrano over de Icefield Highway van Banff naar Jasper. We stopten telkens voor één of meerdere dagen om wandelingen te maken. We maakten dagtochten en meerdaagse trektochten. We bivakkeerden zo vaak mogelijk in de wilderness. We hebben allerlei dieren in het wild gezien: zwarte beren, een grizzly, herten, knaagdiertjes, geiten. We hebben een tweedaagse kayak tocht gemaakt op het Maligne Lake en gekampeerd op het einde van het meer. Onderweg hebben we een stop gemaakt op het mysterieuze Spirit Island, de meest gefotografeerde plek in Canada.

Het parcours van de Skyline Trail is prachtig omdat je dagenlang op een zachte graat loopt, boven de boomgrens, met zowel links als rechts een fantastische uitzicht op immense besneeuwde bergketens. De tocht is niet moeilijk, je klimt/daalt slechts 1200/1750 meter over een lengte van 45 km. Deze 2-3 daagse trekking is hierdoor een van de meest populaire trekkings in de Rockies. En toch loop je hier erg rustig, want het aantal hikers per dag is beperkt. Je moet je permits voor deze trip dan ook maandenlang op voorhand online boeken.

We parkeren onze inmiddels modderige Terrano op de ruime Maligne Canyon parking en nemen de bus die ons via Medicine Lake naar Maligne Lake brengt. Daar begint de Skyline Trail. We klimmen via Lorraine Lake en Mona Lake tot aan de Little Shovel Pass op 2240 meter hoogte. Dan dalen we 100 meter af tot Snowbowl Campground waar we ons eerste bivak maken. Er staan een paar tafels, een berenpaal en… een toilet ‘with a view’. Het toilet bevindt zich bovenop twee grote vaten die na de zomer met een heli worden weggehaald. Je klimt via een trapje bovenop dit bouwsel, waar je hoog tussen de bomen geniet van het landschap om je heen.

De volgende dag stappen we het traject naar Tekarra Lake campground. We stijgen licht naar de Big Shovel Pass (2320 meter hoog) en bereiken ‘The Notch’, een smalle bergpas op 2530 meter. Er waait hier een koude wind. De graat is kaal en wat verder stappen we door de sneeuw. Eenmaal voorbij die sneeuwvlek bereiken we de ultieme Skyline. We cruisen verder op de graat en hebben kilometers lang een fantastisch panoramisch zicht. Het is zo mooi dat we steeds trager stappen, uiteindelijk stilhouden en gaan zitten. Dit zicht is echt te mooi om gewoon verder te stappen. Hier willen we blijven en eeuwig genieten van deze schitterende bergen.

Vragen / Aanvullingen

Niet gevonden wat je zocht?  Stel hier je vraag!

Niet gevonden wat je zocht?

Stel hier je vraag!