De Kungsleden is een comfortabel wandelpad dat heel geschikt is voor beginners. Het pad is uitstekend bewegwijzerd en er is een overvloed aan wandelbruggen en knuppelpaden. Om de grote meren over te steken zijn er pendelboten en roeiboten.
Overnachten kan in alle comfort in de berghutten, waar je ook kunt eten. Wil je de tocht wat avontuurlijker maken en vind je een zware rugzak geen probleem, dan kan je met de tent op stap, er zijn overal mooie bivakplaatsen. Je kan dan zelf je voedselpakketten meenemen of je bevoorraden in de winkeltjes in de berghutten.
De Kungsleden trail is voorzien van alle wandelinfrastructuur.
De volledige Kungsleden op 4 weken
De volledige Kungsleden loopt over 415 kilometer, verdeeld in 5 secties. Dat is 145 uur wandelen op 28 wandeldagen. Hierbij moet je nog 45 kilometer aan busverbindingen en boot transferts rekenen. Een fantastische onderneming, maar je moet er wel de tijd voor kunnen vrijmaken.
De Kungsleden op één week
Heb je maar één week, dan kan je beste de eerste sectie in het hoge noorden wandelen. Je stapt dan van Abisko naar Saltoluokta op 8 dagen (105 km + 30 km bus en boot).
Voor één week is er ook de populaire variant op de eerste sectie. Deze tocht volgt de Kungsleden van Abisko tot Singi. Daar verlaat hij het hoofdtraject van de Kungsleden en gaat oostwaarts tot in Nikkaluokta. Je kan deze variant van 105 kilometer op 6 dagen wandelen.
Reservedagen
Wandel je de volledige Kungsleden, dan kan je best na elke 8 dagen stappen een rustdag nemen. Voorzie in je timing ook een paar reservedagen zodat je je terugvlucht niet mist als je een dag niet kunt stappen omwille van het weer of een kleine kwetsuur.
Ook als je de korte tocht van één week maakt kan je best één of wee reservedagen voorzien. Je kan vertraging hebben met je heenvlucht, de luchtvaartmaatschappij kan je bagage een dag te laat bezorgen of je kan opgehouden worden door slecht weer. Die reservedag(en) kan je gebruiken voor een extra wandeldag.
Je kan bijvoorbeeld de Kebnekaise beklimmen, die berg is met zijn 2059 meter de hoogste berg in Zweden. De klim duurt een volle dag want je klimt 1700 hoogtemeters over en afstand van 8 kilometer. Het pad is in de zomer niet moeilijk, maar je kan uit veiligheidsoverwegingen toch best stijgijzers en wandelstokken meenemen, want de laatste paar honderd meter loop je door sneeuw. Je hoeft die stijgijzers niet op je trekking mee te zeulen, je kan ze huren in het Kebnekaise Fjällstation. Daar kan je ook je rugzak achterlaten.
Je kan je reservedag ook vullen met een dagtocht in een zijvallei. Je kan bijvoorbeeld heen en terug naar Tarfala (H/T 19 km, 600 m stijgen en ook weer dalen). Op het einde van deze vallei is er het Tarfala Research Station van de universiteit van Stockholm, waar een aantal gletsjers in de vallei samenkomen.
Logeren in een STF bivak.
Onze tocht
Wij wandelden op 6 dagen de korte variant van Abisko naar Nikkaluokta, met onderweg een extra daguitstap naar de Tarfala vallei. Dat brengt de lengte van onze tocht op 7 dagen en 120 kilometer.
Je kan hier de tracks van onze tocht downloaden. De etappes eindigen niet in en berghut maar in een bivakzone. We zochten in de buurt van zo’n bivakzone telkens een goede plek voor onze tenten: een vlak stukje grond met een rivier of meer in de buurt voor drinkwater. Soms vonden we zo’n plek één of twee kilometer voor de bivakzone, soms stapten we nog wat kilometers extra. Dat is geen probleem, er zijn langs de Kungsleden meer dan voldoende plaatsen om je tent neer te zetten.
Bivakkeren langs de Kungsleden trail.
Kungsleden sectie 1: de kaart
Onze tocht van Abisko naar Nikkaluokta, met een dag extra H/T naar Tarfala.