Kungsleden: wandeltechnieken
Een trekking voor starters
Als je de Kungsleden tijdens het zomerseizoen (hafl juli – half september) wandelt, dan heb je geen speciale wandeltechnieken nodig om deze trekking te kunnen stappen. Dat komt omdat de Kungsleden uitstekend voorzien is van infrastructuur voor wandelaars, en hierdoor is deze trekking heel geschikt voor beginners.
Het wandelpad
Je hoeft voor een zomerse tocht op de Kungsleden geen rivieren over te waden, want er zijn overal hangbruggen voor wandelaars. De moerassen zijn voorzien van kilometerslange knuppelpaden, waardoor je de hele tocht kunt maken zonder natte voeten te krijgen. Je hoeft dus geen waadschoenen mee te nemen. Tenzij je de tocht in juni stapt, dan is er nog (smeltende) sneeuw en moet je regelmatig vochtige gebieden oversteken.
Eén van de vele wandelbruggen van de Kungsleden.
Roeiboten en pendelboten
Om grote meren over te steken zijn er soms boten voorzien. Gemotoriseerde pendelboten zijn vaak optioneel en je moet betalen om je te laten overzetten. Roeiboten zijn meestal niet optioneel, maar ze zijn wel gratis. Je moet ze wel zelf bedienen. Er zijn dan minstens drie boten voorzien, zodat er altijd op beide oevers een boot klaarligt. Roei je de laatste boot over, dan moet je nog eens heen en terug met een boot op sleeptouw, zodat er aan elke oever een boot achterblijft.
Hou er rekening mee dat de boten na half september niet meer varen. In de winter heb je ze niet nodig, dan zijn de meren bevroren.
Een optionele (en betalende) pendelboot: de Láddjujávri.
Wij zijn gewoon rond het meer gewandeld.
Navigeren
Ook navigeren is makkelijk. Er zijn wegwijzers en het pad is goed aangeduid met wegmarkeringen. Je hebt dus niet echt een gps nodig, een goede wandelkaart of een wandelgids volstaan.
De zomerroute en de winterroute lopen ongeveer gelijk, maar toch kan je in de zomer best de zomerroute volgen. In de winter kiest de route namelijk vaak voor een traject over bevroren meren en rivieren, of ze maakt een omweg voor een traject met minder steile hellingen waar je makkelijk met de ski’s overheen kunt.
De zomerroute wordt aangegeven door rode verf. De winterroute wordt aangegeven door palen met rode kruisen.
Knuppelpad en routemarkeringen (zomer: rode verf, winter: rood kruis).
Het schuinkruis wordt in de Germaanse symboliek gebruikt als bescherming tegen onheil. Het beschermt tegen de woede van Thor, god van de donder. Bij ons wordt het kruis gebruikt als waarschuwing tegen gevaar, bijvoorbeeld bij een spoorwegovergang. In Zweden wordt het gebruikt als winterse wegmarkering voor trails zoals de Kungsleden.
Uitrusting
Hou er in de zomer toch maar rekening mee dat deze tocht boven de poolcirkel loopt. Bij regenweer kan het ook in de zomer flink afkoelen. Neem dus een regenjas, een regenbroek en voldoende warme kledij mee. Ook een dunne muts en een buff zijn handig, en misschien dunne handschoenen.
Het pad is makkelijk, je kan dus gerust je wandelstokken thuislaten als je je stokken alléén gebruikt om moeilijke passages te overwinnen. Tenzij je graag met wandelstokken wandelt, bijvoorbeeld om je een helling op te duwen of om je gewrichten te sparen bij een afdaling.
Het water van de meren en rivieren is drinkbaar. Wil je geen enkel risico op infecties lopen, neem dan toch een waterfilter mee.
In juni tot midden in de zomer kan je veel last hebben van muggen. Neem dan muggenspray en een muggennetje mee.
Neem warme kledij mee, zeker voor ’s avonds.
Bivakkeren
Op de Kungsleden kan je comfortabel overnachten in berghutten, waar je ook kunt eten. Wil je de tocht een stuk avontuurlijker maken, dan is het beter om te kamperen.
In de zomerperiode neem je best een 3-seizoenstent mee. Doorgaans is het weer vrij aangenaam, maar je moet er rekening mee houden dat het weer kan omslaan. Je tent moet dan bestand zijn tegen regen en veel wind. Heeft je tent het begeven, dan is dat op zich geen ramp: je kan bij pech steeds uitwijken naar een berghut.
Neem een slaapmatje mee dat voldoende isoleert en een slaapzak met comfort tempartuur tot 3*c.
Hillebergtenten zijn gemaakt in Zweden.
Eten en drinken
Wandel je alleen de eerste sectie, dan kan je voedselpakketten meenemen voor 7 dagen. Wil je de volledige Kungsleden stappen, dan zal je onderweg moeten bevoorraden. Dat kan in de winkeltjes van de berghutten. Het aanbod is beperkt tot gedehydrateerd voedsel en blikvoer, maar je vindt er alles wat je nodig hebt om zelf te koken. Wil je graag vers voedsel, dan kan je in het ‘restaurant’ van de berghut eten. Het eten is eenvoudig, maar best ok voor een lange afstandswandelaar.
Het water uit de meren en rivieren is in principe drinkbaar. Wil je geen risico’s lopen, neem dan toch een waterfilter mee.
Gasbusjes mogen niet mee op het vliegtuig. Je kan ze kopen in camping Ripan in Koruna of in het Abisko Tourist Station.
Voedselpakketten van Real Turmat.
