STAP 4
Teken een route op de kaart
Nu je een kaart kunt lezen, is het tijd om een wandelroute op de kaart uit te stippelen. Misschien heeft je kaart wel uitgestippelde wandelroutes, dan ben je meteen klaar.
Stippel je zelf een route uit, hou dan rekening met volgende tips:
- Start de route aan een duidelijk herkenbare en goed bereikbare plaats zoals bijvoorbeeld een kerktoren, een parking of een treinstation.
- Kies voor kleine onverharde paden, daarop wandel je veel aangenamer dan op grote wegen.
- Kijk uit met spoorwegen en waterwegen: je kan ze alleen oversteken aan een spoorwegovergang of een brug.
- Kijk uit met privé terrein en informeer je over de jacht.
Een route markeren als één lange lijn, bijvoorbeeld met een fluo marker
Wie spontaan een wandelroute op een kaart aanduidt, grijpt naar een marker en tekent een lijn op het traject dat hij wil volgen. Dat is de meest natuurlijke manier van werken, maar ze heeft een paar nadelen.
Maak je bij het uitstippelen een vergissing, dan kan je die fouten niet meer uitwissen, want je kan een marker niet uitgommen. De kaart wordt dan al snel een knoeiboel. En ga je vaak met dezelfde kaart wandelen, langs verschillende paden, dan zal die kaart al snel een kluwen van fluo lijnen tonen.
Een ander nadeel van een fluo marker is dat je onderliggende kleuren op de kaart niet goed meer kunt onderscheiden. Zo weet je niet meer welk soort pad je moet volgen.
Het tekenen van één doorlopende lijn is trouwens niet zo optimaal om de wandeling te navigeren. Het traject is dan één lang route, zonder tussenpunten. Het is veel beter om de route te verdelen in routepunten waar je in korte, goed controleerbare stappen naar toe navigeert.
Een route markeren met routepunten
Routepunten zijn een goede manier om een route op een kaart aan te duiden. Plaats op je wandelroute een routepunt bij elk kruispunt of punt waar je van richting verandert. Omcirkel deze routepunten met potlood. Zo wordt het punt zelf niet met potlood bedekt en blijft de kaart leesbaar. Je kan de cirkels nummeren zodat je ze zeker in de juiste volgorde doorloopt, of je kan ze verbinden met een rechte lijn. Deze lijn zal zelden samenvallen met het kronkelende traject dat je tussen twee punten volgt, de route is dus niet met potlood bedekt en blijft goed leesbaar.
Als start- en eindpunt teken je een driehoek, voor de tussenpunten kies je voor een cirkel. Wil je heel netjes werken, gebruik dan de driehoek- en cirkelsjablonen die op je kompas staan.
Na je wandeling kan je het potlood uitgommen, zodat je de kaart kan hergebruiken. Potlood heeft ook als voordeel dat het niet vlekt mocht je kaart per ongeluk nat worden.
Post-iT’s
Om de routepunten op de kaart aan te duiden kan je ook speciale Post-iT’s gebruiken. Dat heeft als voordeel dat je niet op de kaart tekent, zelfs niet met potlood. Je kan de sjablonen van een driehoek en een cirkel op het transparante deel van de Post-iT overnemen. Het nummer van het routepunt schrijf je op het gekleurde deel van de Post-iT.
Post-iT’s en een Fluo marker
Een voorbeeldroute
Als voorbeeld hebben we een korte wandeling uitgestippeld op een TOPO25 kaart.
- De start van de route is startpunt nummer 1 (driehoek), aan het hoekpunt van een groot en herkenbaar gebouw.
- Daarna loopt de route via een aantal routepunten (cirkels) tot aan eindpunt nummer 13 (driehoek).
- Elk routepunt is bewust gekozen op een duidelijk herkenbaar punt.
- De afstanden tussen de routepunten zijn niet meer dan één of twee kilometer, zodat de wandeling regelmatig controlepunten heeft.
- De routepunten zijn genummerd en door een rechte lijn verbonden, je kan het traject dus makkelijk volgen.
- Zowel de routepunten als het af te leggen traject is niet door onze markeringen in potlood overschreven en dus nog duidelijk op de kaart te lezen.
Een voorbeeld van een wandelroute met routepunten.
Een plaatkompas met de sjablonen van een cirkel en een driehoek.