Als je met een kaart navigeert, dan zal je voortdurend je observaties op het terrein vergelijken met de elementen die je op de kaart leest. Je zoekt op de kaart wat je op het terrein ziet, je zoekt op het terrein wat je op de kaart ziet.
Dat gaat makkelijker als de kaart gelijk met het terrein georiënteerd is, dan zoek je de kaartelementen in de juiste richting. Je gebruikt een kompas om de kaart te oriënteren.